16 jun 2008

Vertrek naar Les Saintes









Vertrek naar Les Saintes.

Vrijdag 6 juni kunnen we vertrekken. De knieën van Hans gaan alweer een stuk beter, we klaren uit en vertrekken om 11.00 uur richting Les Saintes. We hebben een mooi zeiltraject en laten om 16.00 uur het anker vallen. We genieten van het uitzicht, eten aan boord en gaan lekker vroeg naar bed. Hans houdt ankerwacht omdat we 's nachts te dichtbij komen bij een ander verlaten jacht en zelfs even moet afduwen. De volgende ochtend gaan we met de dinghy naar de wal en bekijken het stadje. Hans moet nog wat voorzichtig aandoen en neemt steeds wat rust. Al met al gaat het steeds beter met zijn knieën, hij moet alleen geen onverwachte bewegingen maken. 's Middags zwemmen we achter de boot en 'savonds gaan we heerlijk uit eten in een heel gezellig klein restaurantje. Zondagochtend 8 juni vertrekken we al om 7.15 uur richting Dominica. Mooi aan de wind zeiltraject en de Drammer loopt weer als vanouds. We komen bij Rupert Bay in het noorden en willen daar ankeren om de Indian River te bezoeken. Er blijken echter geen andere boten te liggen en we hebben de afspraak dat we niet ergens alleen voor anker gaan. We gaan dus door naar Roseau in het zuiden, ook daar is het erg rustig maar we worden gelijk opgevangen door een boatboy van Seacat en besluiten daar een mooring te nemen. Vlakbij is een hotel en de firma wordt in de pilots aan geraden. Wel raar om gewoon langs de kust te liggen aan een mooring, zonder beschutting van een baai of iets dergelijks. 's Avonds aan wal in het bookingskantoor van Seacat spreken we met de eigenaar af de volgende dag een tour over het eiland te maken. Het kantoor bestaat uit een paar stukken hout om op te zitten met wat aangespoeld schuimrubber, het dak wordt gevormd door palmboombladeren. Als ik om een plattegrond vraag voor de rondrit komt er een kaart tevoorschijn, dat op een plankje is geplakt. Aan de hand hiervan bespreken we de rondrit en maken de prijs af. De hele dag zal er iemand de Drammer in de gaten houden. We krijgen er geen spijt van. De rondrit met tocht op de Indian River, wordt een hele belevenis. We bezoeken het indianenreservaat van de Caribs, en onze gids blijkt daar de nodige mensen te kennen en laat ons ook met hun kennismaken. We zwemmen in de Emerald Pool onder een waterval in het tropisch regen woud. Moe maar voldaan en met een zak vol heerlijke mango's komen we 's avonds weer terug aan boord. Dominica heeft grote indruk op ons gemaakt. Het eiland is erg arm maar de mensen zijn er heel vriendelijk. De natuur is adembenemend en ongerept. Heel veel stukken zijn nog niet eens in kaart gebracht. Dinsdag 10 juni vertrekken we om 6.15 richting Martinique. weer een mooi zeiltraject en om 11.30 uur zijn we al bij de noordpunt van Martinique. We zeilen door naar le Marin in het zuiden. Het voelt weer als thuiskomen en denken met veel plezier terug aan onze vorige aankomst na de oversteek van de Atlantische Oceaan. In gedachten maken we het nog een keer mee en we beseffen ons heel goed hoe speciaal het was dat onze schoondochter en kleindochter daar toen waren. We zijn te laat om te tanken en een plek aan de steiger te krijgen en mogen overnachten bij het tankstation zodat we 's morgens als eerste aan de beurt zijn en naar de box kunnen om de boot schoon te maken. We maken dankbaar gebruik van de mogelijkheid de boot weer eens zoet af te spoelen en boodschappen te doen. De volgende dag varen we naar St. Lucia. De voorspelling van het weer is erg slecht en we gaan vroeg weg om het slechtste weer te voorkomen. Dat pakt goed uit en meren 's middags af in Rodney Bay Marina. Hier zullen we een week blijven, omdat Hans naar huis gaat en we daarna vrienden uit Nederland aan boord krijgen. In Rodney Bay Marina wordt nogeens naar de generator gekeken en zowaar door de firma Regis weer aan de praat gemaakt.

5 jun 2008

Verblijf Guadeloupe



Verblijf Guadeloupe.

Woensdag 28 mei geeft Hans de motor een 250 uren beurt. Het kleppenstellen laten we over aan Fred Marine, die dealer is voor Yanmar. We maken afspraken met de capitanerie om de Drammer op het droge te krijgen. Alles wat we nu vast kunnen doen hoeft straks niet meer in Trinidad, als we de boot daar achterlaten om naar Nederland te gaan. De boot moet nodig opnieuw in de antifouling, door de aan groei lopen we naar schatting 2 knopen minder in snelheid. We maken afspraken met Martin David, die voor ons het schip zal afschuren, in de primer en twee maal in de antifouling zal zetten. Donderdag maken we de boot schoon en gaan 's middags met de dinghy naar een mooi zwembad aan de overkant van de lagoon. Voor vrijdag en zaterdag huren we een auto om het eiland rond te kunnen gaan. We maken een mooie rondtocht over het gedeelte dat Basse Terre heet, maar het hoogste deel van het eiland is. We bezoeken het tropisch regenwoud en een park, dat goed uitleg geeft over het gebied en de flora en de fauna. We rijden langs de kust verder en willen nog wat grotten bezoeken, waarin zich afbeeldingen bevinden van de Carieb Indianen. zij leefden hier tot de zesde eeuw na Christus. We rijden tijden rond om de plek te vinden, en als we er eindelijk zijn blijkt het museum gesloten. Wel hebben we een mooie rondrit gehad op deze manier. Deze plek was zo afgelegen, dat we er anders nooit gekomen waren. We zijn voor donker weer bij de Drammer, die we klaarmaken om uit het water gehaald te worden. Zaterdagochtend 31 mei melden we ons bij de portaalkraan. Als snel blijkt hoeveel plezier we van Martin zullen hebben. De man, die de portaalkraan bedient doet erg moeilijk, eerst heeft hij geen plaats en daarna geen steunen voor de Drammer. We laten alles aan Martin over en bemoeien ons er niet mee. Na veel heen en weer gepraat kunnen we na een uur toch het water uit. Zonder Martin was ons dat zeker niet gelukt en we merken voor het eerst het nut van een agent. De Drammer blijkt wat breed voor de kraan en we moeten echt goed opletten. Als we op het droge staan zien we wel wat die man bedoelde met geen plaats. We sluiten na het neerzetten vier andere boten in en de uitgang voor auto's wordt eveneens heel smal, maar we staan. Martin begint gelijk met afspuiten en schuurt daarna met de hand de hele boot af. Dat het niet voor niets is, is wel heel duidelijk. de aangroei is echt heel erg met heel mooie gekleurde annemonen. Wij gaan 's middags naar le Moule aan de Atlantische kust. Als je weet dat er op die plek vroeger 50 tot 100 boten lagen afgemeerd aan deze kust krijg je wel heel veel respect voor het zeemansschap van die mensen toen. Het aantal wrakken dat er ligt is groot en voor een deel ook nog zichtbaar. We overnachten in hotel Village Soleil, vlakbij de haven. Zondag gaan we met de dinghy naar het aquarium en leren veel over de vissen die we met snorkelen gezien hebben. De Drammer heeft al een mooie rode onderkant gekregen en alles verloopt volgens plan, morgen de laatste laag antifouling. Maandagochtend blijkt Hans erg veel last van zijn knie te hebben. De knie is rood,warm en gezwollen. Dat hadden we niet gepland. Kontakt opgenomen met de huisarts in Nederland, die onze medicijnlijst heeft samengesteld en ook een kopie heeft, hij schrijft de medicijnen voor en ik haal ze snel van boord. Gelukkig helpen ze erg goed en Hans slaapt de hele dag. Niet handig nu we weer het water in moeten. Ik vind het altijd al eng om op een boot te gaan die op het droge staat. Hier hebben ze nog eens heel korte en slechte trappen. Kortom een klus waar ik niet op zit te wachten. Eerst probeer ik nog of we er niet morgen in kunnen, maar zie zelf ook wel dat we de boel teveel blokkeren. Als ik aan booord ben om de monteur van de motor te helpen, zie ik opeens de bogen van de portaalkraan door de ramen. Ik kan nog net een anode naar beneden gooien, die Martin nog op de schroefas zet. De monteur heeft het niet zo moeilijk met die korte trap, maar ik wel. Uiteindelijk houden twee mannen de trap zo stil mogelijk voor Madam. De boot hangt snel in de singels en voor we het weten ligt de Drammer weer in het water. Met Martin vaar ik de boot naar de haven terug en ga snel terug naar het hotel om verslag uit te brengen aan Hans. De medicijnen slaan goed aan en we kunnen de volgende ochtend met een taxi terug naar de boot. Daar loopt Hans wat teveel en krijgt weer last. Moet dus duidelijk rustig aan doen. De volgende dag nemen we de tijd om de planning te maken voor het najaar. Na 25 sept. zullen we vier weken aan boord zijn en vier weken in Nederland. Gelukkig hebben we ruim de tijd en kunnen staks rustig naar het zuiden afzakken;